25 jaar FUNPOP

25 jaar Funpop!

Eind mei is het weer zover. Mag ik me twee dagen onderdompelen in het Funpop gevoel. Ik schreef er al vaker over maar vond het weer eens tijd. Mijn 25 jarig jubileum als presentator is een mooie aanleiding.

Het avontuur als vrij onervaren presentator begon al eerder, want mijn eerste editie was in 1998. Maar door het wegvallen van twee Corona edities beleefden we vorig jaar pas het officiële 25 jarig bestaan van het festival. De twee online versies in 2020 en 2021 tellen we- hoe leuk en succesvol ze ook waren- logischerwijs niet mee als echte festivals. Daarvoor mis je online veel te veel van wat dit feestje zo bijzonder maakt.

De eerste editie in 1997 werd gepresenteerd door Jochem van Gelder en Lieke Hobus, dochter van een van de vrijwilligers destijds. Een groep mensen werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking trok de stoute schoenen aan en wilde een soort laagdrempelig en regionaal Woodstock voor mensen organiseren die op reguliere festivals vaak niet terecht konden. Zonder al te veel kennis van de evenementenwereld maar met heel erg veel energie en inzet trokken zij meer dan 1500 mensen naar Klein Vink in Arcen. Vader Abraham, Peter Koelewijn en Dennie Christian waren enkele van de vele artiesten die er optraden. Het werd een groot succes en een tweede editie kon niet uitblijven. Ik kende Lieke als collega reisleider voor Sportura en zij vroeg mij of ik de tweede editie met haar samen wilde presenteren. Ik ben nooit meer weggegaan.

Ter ere van het 25 jubileum van het festival werden er vorig jaar in mei opnames gemaakt voor een documentaire over het bijzondere karakter van dit jaarlijkse evenement. Niet de eerste keer dat er media aandacht is, want met name L1 is al jaren aanwezig, vooral dankzij vrijwilliger van het eerste uur Bas van der Zwaan, die voor en achter de schermen fantastisch werk doet. Dit keer werd ook de doelgroep van het festival betrokken bij het maken en monteren van de docu. De mensen van PSW gewoon doen TV onder deskundige begeleiding van Bart van Bree zijn het gehele proces betrokken geweest en dat maakt deze documentaire in mijn ogen extra speciaal. Er is zelfs daardoor besloten om de deadline van uitzending te laten schieten omdat het werken met deze mensen meer tijd en aandacht vergt, en dat is mede de reden dat de documentaire pas in het pinksterweekend bij L1 op Tv zal worden uitgezonden. Ik vind dat geweldig, want het proces is hier zeker net zo belangrijk geweest als het product en uitzendschema’s. Dan doe je dingen in mijn ogen op de juiste manier; volgens de bedoeling. En wie bewaart heeft wat.

Ik mocht de documentaire met een select gezelschap van hoofdrolspelers al bewonderen en ben onder de indruk. Best ff slikken om jezelf op beeld terug te zien maar kromme tenen krijg ik er al lang niet meer van. En de makers hebben een zorgvuldig beeld geschetst van het feestje vanuit verschillende perspectieven. Veel vaste bezoekers komen aan bod, Paul Gerrits, een van de initiatiefnemers, met een enorme drive, en Sjaak, ook vrijwilliger vanaf editie 1. Maar het zijn toch vooral de beelden en verhalen van de gasten die indruk maken.

En waarom dan? Wat maakt dat we zo vertederd raken door mensen die plezier maken en genieten van muziek en andere activiteiten in een grasveld. Ik denk dat ik het weet. Ik denk dat het met de puurheid van de emoties te maken heeft. Dat maakt dat je een tikkeltje jaloers het hele weekend een groene spiegel inkijkt.

Vorig jaar raakte ene Gordon, voormalig zanger en vooral bekende Nederlander van beroep, in opspraak omdat hij op TV had verzucht “hadden we allemaal maar down". Of iets in de trant. Nu heb ik Gordon al een tijdje niet gesproken maar ik denk dat ik weet wat hij bedoelde. Volgens mij ging het over puurheid.

“Hadden we allemaal maar down’ is natuurlijk niet zo’n handige uitspraak want het slaat alles heel erg plat. Alsof het hebben van een verstandelijke beperking niet gepaard gaat met allerlei uitdagingen in het dagelijks leven. Of alsof het hebben van een kind met een verstandelijke beperking niet af en toe voor enorme kopzorgen bij de ouders zorgt. Alsof het leven met Down èèn groot feest is.  Alsof het hebben van een verstandelijke beperking gelijk staat aan het hebben van Down.

Arjan Lubach besteedde er vorig jaar ook een uitzending aan. Daar ging het over het uitbuiten van de aaibaarheid van deze specifieke doelgroep op TV. Met alle risico’s van dien. Terechte kritiek in mijn ogen, maar op Funpop is die uitbuiting ver te zoeken. Daar staat de bezoeker centraal, net als in de documentaire. En ook daar komen opmerkingen voorbij over wie hier nou eigenlijk beperkt is,  want we zien onze eigen beperkingen veelal terug als we op zo’n festivalterrein naar feestvierende mensen kijken. Die zonder drank, zonder drugs of lachgas alles bij elkaar feesten. Voorop gaan in de polonaise, door weer en wind. Die zonder blikken of blozen doen wat de artiesten of presentatoren ze vragen (“laat je hooooooooren!!”), die èèn zijn op een grasveld vol gelijkgestemden en wars zijn van wat anderen daarvan vinden. Een beetje meer daarvan gun ik ons allemaal. Ook Gordon.

Zoals we in de documentaire zeggen: het is een virus. Ik kom er nooit meer vanaf. Op naar de volgende 25 jaar. Dan ben ik 81, mooi moment om het stokje en de rollator over te geven.

Zaterdag 18 en zondag 19 mei is de documentaire te zien bij L1. Daarna online nog terug te kijken. Doen!

Aanmelden

benieuwd wat ik voor je kan betekenen? Neem gerust contact op!