Durf te falen!
Een jaar geleden woonde ik een presentatie bij van Remko van der Drift over faalkunde, erg inspirerend. En confronterend. Want hoe graag ik ook toegeef dat ik van mijn fouten wil en mag leren, hoe goed ben ik daar nu echt in? Laat ik eens een stap zetten op dat gebied, door openlijk te ventileren over een van mijn mindere ervaringen als trainer.
Vandaag sprak ik een oude klant van me, omdat we hadden afgesproken dat we na een half jaar zouden bellen hoe de vlag erbij hing. En of de training van 6 maanden geleden had gebracht wat we ervan hadden gehoopt. Dat was zo, al was de uitkomst toch een tikkeltje anders dan gehoopt, voor mij althans. Er was namelijk een kans geweest dat er een vervolgopdracht uit zou komen, maar die vlieger ging niet op. Tot mijn spijt, en deels door mijn eigen schuld.
Tijdens de creatieve sessie die ik voor hen begeleidde kwam de energie maar niet echt vrij. Daar waar het mij doorgaans moeiteloos lukt om de boel aan de gang te krijgen hing er al de hele dag een soort deken over de groep waar ik mijn vinger maar niet op kreeg. Op plekken waar normaal een gulle lach of in ieder geval een begripvolle glimlach kwam bleef het stil of werd er hier en daar een cynische opmerking gemaakt. Die ik negeerde. Fout nummer 1.
Halverwege de ochtend stapte ik dan toch in de spanning, ik vroeg aan de groep waarom de energie niet echt ging stromen. En of het aan mij lag. Dat laatste bleek niet zo te zijn. Gevoel van opluchting! Zie je wel , ik doe niets verkeerd. Maar ik kreeg ook geen bevredigend antwoord op wat er dan wel speelde. En ik liet het gaan. Fout nummer 2. De minuten daarna leek het even beter te gaan maar echt lekker los kwam de groep en dus ook de training geen moment. Echte flow zoals ik die op dit soort dagen meestal ervaar was er in ieder geval niet. Iedereen deed verder wel plichtsgetrouw mee en aan het einde van de dag hadden we toch een behoorlijke opbrengst, zoals altijd eigenlijk bij dit soort sessies.
Maar toen kwam de aap uit de mouw. Pas bij de evaluatie gaven enkele deelnemers aan dat ze een soortgelijke sessie binnen de organisatie al vaker hadden gedaan. In een andere vorm, maar in grote lijnen hetzelfde. En dat het zo frustrerend was dat er dan na afloop dan zo weinig mee gedaan werd. In de voorbereidende gesprekken – waar toch echt meerdere mensen bij betrokken zijn geweest die dat wisten- is dit echter nooit aan de orde geweest. De nieuwe directeur had na een grondige inventarisatie bij alle personeelsleden in al haar wijsheid besloten dat een creatieve denksessie een juiste werkvorm was om nieuwe richting te geven aan de organisatie. Maar als zij had geweten wat zij nu weet, met de kennis van nu zoals dat heet- dan was er eerst iets anders nodig geweest. Want blijkbaar was er in dit bedrijf zo’n cultuur ontstaan waarin studiedagen/ personeelsdagen voor kennis werden aangenomen en waarin mensen daarna weer zwijgend op hun eigen eiland verder gingen. Weinig eigenaarschap, betrokkenheid, vertrouwen, openheid. Zowel vanuit (oude) leiding naar medewerkers als omgekeerd. Omdat er toch nooit iets wezenlijks veranderde. Mensen waren in de voorbereiding van deze dag blijkbaar alweer vergeten dat ze dit al vaker hadden gedaan en kwamen er ter plekke pas achter dat ze dus dingen dubbel aan het doen waren. Maar diezelfde mensen namen vervolgens niet de ruimte om dit in de ochtend al te zeggen.
Ik neem mezelf niets kwalijk, maar ik zie wel dat ik hier een fraai leermoment te pakken heb. In de voorbereiding van zo’n dag kan ik specifieker doorvragen naar eerdere sessies, maar vooral tijdens de dag zelf had ik geen genoegen moeten nemen met een half antwoord. Onder de oppervlakte speelde er van alles, ik had het lef niet om de training ècht stil te leggen en met de groep op zoek te gaan naar een alternatief. Achteraf makkelijk, toen niet voor gekozen. Of het een vervolgopdracht had opgeleverd? Geen idee. In ieder geval levert me dit een mooi verhaal op. En een aanleiding om het boek van Remko nog eens uit de kast te halen.