Ik kon wel door de grond zakken
Toen ik de deelnemers èèn voor èèn zag binnenkomen in de grote ruimte waar we die dag samen zouden komen. De een na de ander gunde me amper een blik waardig, hoezeer ik mijn best ook deed om oogcontact te maken en iedereen welkom te heten. Handen geven mocht nog niet. Natuurlijk waren er ook mensen die wel beleefd knikten of hallo zeiden, maar het was fifty fifty. En bij zo’n grote groep overvalt je dan al snel het gevoel dat men niet op je zit te wachten.
Even daarvoor had een van de enthousiaste managers die met mij deze bijeenkomst had voorbereid nog quasi grappig tegen me gezegd dat er wel de nodige weerstand in de groep zat tegen de bijeenkomst. En dat had ik een beetje aan mezelf te danken. Die kwam wel ff binnen.
Wat was het verhaal? Ik had vooraf een filmpje gestuurd aan alle deelnemers waarin ik- gekleed in een hartjespak- iedereen op een luchtige manier had uitgenodigd voor deze teamdag. Het betrof een grote groep ICT-ers van een ziekenhuis die vanwege Corona een pittig jaar achter de rug hadden en elkaar maar heel sporadisch nog hadden gezien. Het moest dus naast een resultaatgerichte ook een ontspannen bijeenkomst worden. Ik had bewust gekozen voor mijn hartjespak om mensen metaforisch te wijzen op hun hart voor de zorg dat de afgelopen periode flink op de proef was gesteld maar ongetwijfeld nog volop klopte- een aanname van mij, dat klopt ook. En zo’n pak geeft een wat theatrale en ongewonere lading aan een bijeenkomst die vooral ook ontspannen moest worden, en met vooral niet teveel eenrichtingsverkeer. En we hadden er- al zeggen we het zelf- ook echt een leuke en ongedwongen invulling aan gegeven in onze opzet.
Maar de boodschap was bij een deel van de mensen niet goed gevallen. Zij zagen vooral een man in een hartjespak en wisten niet goed wat te verwachten. Moesten ze zelf ook lekker gek gaan doen? Liever niet. Moesten ze uit hun comfort zone? Nee, dank u. Vertel ons eerst maar eens even wat precies de bedoeling is.
En terecht. Dat die bedoeling volkomen helder in mijn hoofd zat en dat ik ervan uitging dat mijn filmpje daar dan dus ook heel helder over was, wil nog niet zeggen dat de ontvangers dat allemaal ook zo zagen. En die werden eerder afgeleid door dat vrolijke pak dan geholpen. Het feit dat ze ICT-ers waren speelde misschien een rol, maar ik had ze bewust een beetje uitgedaagd. Kan geen kwaad toch, ICT-ers hebben toch zeker ook een hart?
Ik had nog een paar minuten tot de start van de ochtend. Vroeger had ik mezelf opgepompt en was stoïcijns vast blijven houden aan mijn plan. ‘Als je er dan eenmaal doorheen bent, dan komen ze vanzelf wel mee’. Gelukkig weet ik nu beter.
Ik nam het woord en stelde me oprecht kwetsbaar op. Verplaatste me in hoe het voor de deelnemers was om tegenover een blij en overenthousiast type in een hartjespak te staan. En ik zei dat een deel van mij ook echt twijfelde aan of dit pak nu echt niet een beetje overdreven was. Maar ook dat er een deel is waarin dat heel erg bij mij past. En dat ik niet van ze verwachtte dat ze iets gingen doen deze ochtend waar ze niet achter stonden. Dat een gek pak niet meteen betekent dat we allemaal gek gaan doen. Dat ze zichzelf mochten- nee moesten zijn. Maar dat ik dat ook was. En dus dat pak aan had. En nu niet meer terug kon en wilde, dus ze moesten het er maar mee doen.
Het voelde niet als een trucje want het kwam oprecht van binnen uit. Maar het werkte wel als een trucje. Want net zo snel als mijn spanning kwam , was ie ook weer weg. En voor mijn gevoel was de weerstand in de groep daarna ook zo goed als verdwenen, op een enkele blik die ik nog opving na. En ook die mocht er zijn; je kunt niet altijd iedereen bereiken of ergens doorheen helpen, ook dat heb ik geleerd. En door dat te aanvaarden gaat alles eigenlijk moeiteloos. Goh, wat heb ik mezelf in dit soort situaties vaak geweld aangedaan. Achteraf.......
Het werd een goede sessie, met actieve deelnemers, veel uitwisseling en hart voor de zorg. Waar ik nu om meerdere redenen met een goed gevoel op terugkijk. En waarin ik weer ben gegroeid als facilitator en als mens.
Onderweg zijn, daar gaat het volgens mij om. Ik ben onderweg.