Onderweg naar meer speelruimte
De kop is eraf - de reis is begonnen. Op de fiets naar Wijchen genoot ik al volop van het in beweging zijn, en dat gevoel ging de eerste twee dagen niet weg.
Waarom doe ik deze opleiding? Wat wil ik met deze opleiding? Al sinds ik de opleiding tot toegepaste impro-trainer deed bij Raymond van Driel wist ik dat ik hier meer van wilde. Intuïtief ben ik in mijn bijeenkomsten steeds meer van dit soort oefeningen gaan toepassen. Ik merkte wel dat het een nieuw te ontginnen gebied was, maar de ontwikkeling erin vinden kan nog beter. Ik kocht wat boeken, zocht links en rechts wat op internet, maar daar bleef het bij.
In het voorjaar las ik over de School of Play en ik raakte getriggerd. Na een telefoongesprek met Xandra, die me nog allerlei andere alternatieven aan de hand deed, ‘wist’ ik het zeker. Ik wil in ieder geval iets bij deze vrouw halen. Het introductieweekend in maart trok me ruimschoots over de streep: met 9 gelijkgestemden ongeremd spelen en ontdekken gaf me heel veel energie. En bracht ook verwarring, eerlijk is eerlijk. Want wat wil ik nou eigenlijk?
Ik weet het nog steeds niet precies. Ik geloof dat ik het liefst maar wat aanklooi en de wind volg, zakelijk gezien. Niet teveel volgens plan op zoek naar mijn ideale klant, zoals business coaches je willen doen geloven. Go with the flow en zoveel mogelijk genietmomenten creëren, zoals ik al 7 jaar doe als zelfstandig ondernemer. Waar ik stiekum heel trots op ben, want over werk niet te klagen, en over geniet-momenten ook niet. Toch zit er nog heel veel rek in die genietmomenten, zeker ook privé, want daar lukt het me veel moeilijker om in het moment te zijn, leven, genieten. Voelen vind ik ook moeilijk.
Ik schreef ooit een synopsis rondom een van mijn cabaretprogramma’s waarin ik opbiechtte dat in het moment leven eigenlijk nauwelijks lukt. Behalve als ik een spelletjesavond had met goede vrienden, en we altijd eindigden met smurfen verstoppen. Dus het thema is er al lang. Ik geloof dat daar de ware kern van mijn motivatie zit: meer van dat soort momenten, zeker ook privé creëren. Want ik twijfel over veel, zo niet alles, maar ik ben ervan overtuigd dat de theorie achter het waarom van het spelen helemaal klopt: spelen maakt je een mooier mens en je kunt daardoor beter in contact staan met jezelf, de ander en de wereld. En dat is me die 2,5 duizend euro meer dan waard.
Wat heb ik ervaren tijdens de eerste dagen?
Dat het me goed lukt om bij mezelf te blijven in zo’n nieuwe groep. Dat ik graag het braafste jongetje van de klas ben door enthousiast mee te doen en dat ik ervan geniet als dat gezien wordt door de juffrouw. Die sowieso mensen snel doorziet. Want zij is denk ik de eerste die mij niet introvert maar sensitief duidde, en door die simpele opmerking valt er heel veel ineens veel meer op zijn plek.
Maar dat ik ondanks die neiging om braaf mee te doen ook al op een aantal momenten mijn eigen speelruimte heb gezocht en gepakt om een oefening net ff op mijn eigen manier te doen en niet of nauwelijks toe te laten dat het wel ‘goed moet gebeuren’. Overblijfsel van het introductie weekend. En dat voelt goed.
En dat ik wel registreer als iemand uit de groep even een time-out neemt. Maar dat ik het goed bij de ander kan laten, en niet meteen in de hulpstand hoef te schieten. Wel in tweede instantie, door even te checken of het weer ok is, maar in ieder geval niet meteen in de Florence Nightingale-stand. Ik zie het als groei.
Ook kon ik op heel veel momenten gewoon genieten van de groep en de oefeningen, opgaan in het spel of spelletje, zonder dat mijn gedachten uitgingen naar de exacte bedoeling of uitvoering van de oefening: wat me in het eerste weekend nog minder goed af ging, toen zat ik toch nog vaak in mijn hoofd door een poging te doen alles te onthouden wat we aan het doen waren. Stom, maar wel wat er gebeurde.
Verder viel me ( weer) op hoe lastig ik het vind om echt te voelen wat er is in het moment. Bij de meeste oefeningen ontstaat er vanzelf iets, maar als ik mijn gevoel of verlangen een geluid moet geven komen mijn hoofd en mijn buik niet bij elkaar. Ik weet blijkbaar niet goed hoe dat moet. Vrijdag avond was mijn moeder bij ons thuis en toen gebeurde er wel het een en ander in mijn lijf. Iets. Dat ik nog niet kan duiden. Ook dagen later schieten er beelden van vroeger door mijn hoofd. Een liefdevolle omgeving? Ja. Alle ruimte om te groeien en bloeien: ja. Gesprekken over hoe je je voelt: nee. Daar zit iets. Niet iets waar ik gebukt onder ga want nuchterheid en evenwichtigheid zit er stevig in gebeiteld, maar er mist wel iets. Zoals iedereen ergens iets mist of teveel heeft gehad is dit denk ik mijn achilleshiel. Moeilijk bij mijn gevoel komen. Om van verlangen nog maar te zwijgen. Wat verlang ik eigenlijk?
Na een paar dagen mijmeren over wat ik hier ging schrijven komt dat het eerste boven: ik wil beter bij mijn gevoel kunnen komen, en zien wat me dat in eerste instantie privé en later wellicht ook zakelijk gaat brengen. Dat voelt goed. Nog geen vastomlijnde plannen over werkvormen workshops of wat dan ook. Wel input voor mijn nieuwe voorstelling merk ik, en dat voelt goed en geeft vertrouwen dat het goed is dat ik daarmee doorga. Want dat heb ik ook gemerkt dit weekend: als ik mensen door middel van mijn spel iets kan brengen voel ik me heel. Ik schreef in dezelfde synopsis ook: ik wil blijven bewegen, want vanuit beweging ontstaat altijd iets goeds. Wat dat dan ook is.